De Mokke
Antwerpsesteenweg 219
9040 Gent
Lucas Hermans
Executieve functies aanpakken in therapie
Lucas Hermans, master in de logopedische en audiologische wetenschappen, is expert leerstoornissen en didactiek. Vanuit Bijleren ondersteunt hij gezinnen, scholen en organisaties met alles wat maakt dat leerlingen beter bijleren, dit met de focus op video-leren. Zijn expertise is de combinatie van didactiek, sterke zorg en ICT. Zijn ervaring groeide vanuit projecten als Eureka Onderwijs, waar hij o.a. les gaf aan leerlingen met leer- en ontwikkelingsstoornissen. Daarnaast ondersteunde hij projecten als Eureka ADIBib waardoor meer dan 40 000 leerlingen zichzelf kunnen ondersteunen met digitale schoolboeken en voorleessoftware. Recent bracht hij vanuit Eureka samen met het Eureka-team een gratis brochure rond redelijke aanpassingen uit. Ook kan je Lucas kennen van de meer dan honderden leervideo’s op YouTube rond rekenen, taal en Frans.
Therapie bij zwakke executieve functies: remediëren en/of compenseren?
Executieve functies, zoals plannen, organiseren, werkgeheugen, flexibiliteit en impulscontrole, zijn essentieel voor het uitvoeren van complexe taken. Wanneer deze functies zwak ontwikkeld zijn, kan dat leiden tot uitdagingen in zowel het schoolse, professionele als persoonlijke leven. Als logopedist merk je de impact van zwakke executieve functies meteen tijdens je therapie. Net zoals kinderen zwakke executieve functies kunnen hebben kan hetzelfde waar zijn voor de ouders, het brede schoolse netwerk en jezelf. Je therapie bekijken vanuit de bril van executieve functies kan dan ook een grote meerwaarde zijn voor het vergroten van het therapie-effect. De vorming richt zich op twee belangrijke benaderingen in de behandeling: remediëren (gericht op het versterken van de zwakke functies) en compenseren (het inzetten van strategieën en hulpmiddelen om de tekorten te ondersteunen).
We overlopen concrete casussen met als doel om leerwinst te stimuleren en het competentiegevoel te doen groeien. Tijd maken voor zwakke executieve functies maakt dat je leerlingen meer in hun talent kan zetten.
Doelstellingen:
- Inzicht krijgen in wat executieve functies zijn en hoe ze zich ontwikkelen.
- De impact van zwakke executieve functies begrijpen in verschillende levensdomeinen.
- Verschillende behandelstrategieën leren kennen: remediatie en compensatie.
- Praktische technieken en tools ontdekken om cliënten met zwakke executieve functies te ondersteunen.
- Reflecteren over wanneer remediëren of compenseren meer aangewezen is, afhankelijk van de specifieke behoeften binnen de therapie.
Inhoud:
1. Wat zijn executieve functies?
- Uitleg van de verschillende executieve functies en hun rol in het dagelijks leven en hoe ze therapie-effect kunnen hinderen.
- Mogelijke oorzaken van zwakke executieve functies (bijvoorbeeld neurodiversiteit, leerstoornissen, anderstaligheid, … ).
- Je ervaart zelf hoe het is om zwakke executieve functies te hebben binnen een schoolse context
2. Herkennen en benoemen:
- Hoe zwakke executieve functies kunnen worden herkend.
- Tools en methodieken om deze functies in kaart te brengen.
3. Remediëren:
- Methoden om executieve functies te trainen en versterken.
- Wetenschappelijke onderbouwing: wat werkt en wat niet?
- Praktijkvoorbeelden van remediërende interventies.
4. Compenseren:
- Technieken en hulpmiddelen om executieve uitdagingen te ondersteunen.
- De rol van technologie, zoals apps, planningstools, voorleessoftware, … .
- Hoe ondersteuning in de omgeving een verschil kan maken (ouders, leerkrachten, hulpnetwerk).
5. Keuzes maken: remediëren of compenseren of toch iets anders?
- Wanneer kies je voor welke aanpak?
- Hoe kiezen we voor een veilige transfer naar de school / het leven.
- Het belang van maatwerk in therapie.
- Hoe kiezen we voor langetermijn-impact?
- Kan je zowel aan je therapie-inhoud werken alsook aan executieve functies?
- Casussen en praktijkoefeningen om de theorie toe te passen.
Resultaat:
Na deze vorming heb je de kennis en tools om een gerichte keuze te maken tussen remediëren en/of compenseren, en kun je cliënten op een effectieve manier ondersteunen in hun ontwikkeling.
De technieken die worden aangereikt zijn ook gericht op het stimuleren van het welbevinden en het zichzelf beter leren kennen, want naast therapie-effect is het stimuleren van het zelfbeeld essentieel.
Astrid Vanvyaene
Astrid Vanvyaene, bachelor in de logopedie en bachelor in de toegepaste psychologie (specialisatie school- en pedagogische psychologie) kennen jullie wellicht vooral als oprichter van Logopedia en MTRL. Astrid heeft echter ook bijna 20 jaar ervaring vanuit haar praktijk De Kei, waar ze wekelijks intelligentieonderzoek uitvoert. Astrid werkte jarenlang als coördinator in het CAR Overleie te Torhout waar ze diagnostiek deed op de diensten ASS en ADHD. Haar achtergrond met intelligentieonderzoek én de klinische ervaring als logopediste zorgt ervoor dat ze de geschikte persoon is om logopedisten op weg te helpen bij het interpreteren van de resultaten van een intelligentietest.
Intelligentieonderzoek interpreteren
Tijdens de sessie wordt stilgestaan bij de laatste ontwikkelingen in de wereld van het intelligentieonderzoek. Ze licht de meest gebruikte testen uit en duidt hoe je intelligentieverslagen leest. Wat houden indexen en profielen in en welke handelingsgerichte adviezen voor jouw logopedische therapie vloeien daaruit voort?
We werken met concrete casussen, die worden voorzien of door de deelnemers ingestuurd mogen worden.
Doelstellingen:
- Inzicht krijgen in de huidige visie rond intelligentie (CHC model)
- Kennis opdoen i.v.m. de meest gebruikte intelligentietesten
- Begrijpen wat de verschillende indexen inhouden en wat de impact op schoolse vaardigheden is
- Interventies kunnen selecteren die aansluiten bij het IQ-profiel van jouw patiënt
Inhoud:
1. Waarom wordt een IQ-test gedaan bij de aanvraag voor logopedie?
- Het waarom van een IQ-test bij de aanvraag voor een taalstoornis (noodzakelijk)?
- Het waarom van een IQ-test bij de aanvraag voor een leerstoornis (optioneel)?
2. Recente nieuwe ontwikkelingen in de wereld van de intelligentie
- De omschakeling van VIQ/PIQ naar CHC
- Wat houdt het CHC model in?
- Hoe maak je een CHC-profiel?
- Wat is cross-batterij testen en waarom is het zinvol om dit als logopedist te doen?
- Waarom maakt het RIZIV een opsplitsing in A- en B-testen voor intelligentieonderzoek?
3. Meest gebruikte testinstrumenten
- Voorstelling Wechsler schalen (WISC-V, WPPSI-IV)
- Voorstelling CoVaT-CHC
- Voorstelling RAKIT 2
- Wat is cross-batterij testen en waarom is het zinvol om dit als logopedist te doen?
- Waarom maakt het RIZIV een opsplitsing in A- en B-testen voor intelligentieonderzoek?
- Hoe interpreteer je indexen?
- Wat is het verschil tussen een normatieve en een relatieve sterkte of zwakte?
4. Handelingsgerichte adviezen voor de logopedische praktijk
- De link tussen cognitieve mogelijkheden en schoolse vaardigheden
- Concrete adviezen bij zwaktes in verschillende profielen
5. Casussen